algemeen
bioquest
bioinfo
biopuzzel
webquest team
publicaties
nieuwsbrief
aanmelden
webquest info
wat is webquest
onderdelen
Marzano
Dodge
beoordeling
links
webquest
webquests
inleiding
taken
proces
bronnen
evaluatie
conclusie
docentenpagina
copyright
© bioinfo.nl
disclaimer
b-rem
webquest | Bloedsomloop
inleiding
taken
proces
bronnen
evaluatie
conclusie
docentenpagina
Aderverkalking
Afvalverwerking
Afweer
Aids
Alcohol
Alzheimer
Alzheimer
Autisme
Autisme (webquest 1)
Beroertes
Bioindustrie
Biotechnologie
Blauwalg
Bloedcellen
Bloedsomloop
Bloedtransfusie
Botbreuken
Broeikaseffect (webquest 1)
Broeikaseffect (webquest 2)
Cellen
Cystic Fibrosis
De aalscholver
De auto van de toekomst
De Groote Peel
De rol van ijzer bij transport
De werking van Enzymen
Diabetes
Diabetes Mellitus
DNA
Drugs
Dwarslaesie
Dyslexie
Eetstoornissen
Endosymbiose theorie
Erfelijke ziekten
Evenwichtsstoornis
Evolutie (webquest 1)
Evolutie (webquest 2)
Evolutietheorie
Fibromyalgie
Gebit
Gebruik en risico's van alcohol
Gevolgen van een hartinfarct
Gezonde voeding
Groei
Groei en Ontwikkeling
Groeispurt
Hartruis
Help de nieuwe natuur
Hemofilie
Hernia
Het ontstaan van kanker
Het verband tussen lever en alcohol
Hoe ontstaan fossielen?
Homeostase
Hormonale regeling tijdens zwangerschap
Impulsen in het zenuwstelsel
Koudbloedig
Kruisbestuiving
Leven met astma
Leven met CARA
Levertransplantatie
Longemfyseem
Longkanker
Make-up en kleding
Marburg & Ebola
Multiple Sclerose
Neus
Obesitas
Ogen
Ondervoeding
Ongewenst zwanger, wat nu?
Ontwrichting en verstuiking
Oogafwijkingen
Oren
Orgaantransplantatie
Osteogenesis Imperfecta
Plastische chirurgie
Polyploïdie
Puistjes
Radioactiviteit en Kernenergie
Roken tijdens de zwangerschap
Roken: eeuwig zonde
Salmonella
Schizofrenie
Schizofrenie
Slangengif
Soortvorming
Spina Bifida
Trisomie 21
Tweelingen
Uitsterven van dinosauriërs
Van DNA naar eiwit
Van zaadje tot bloem
Virussen
Vitamines
Vitamines
Voedsel en vertering
Voedselallergie
Voorbehoedsmiddelen
Voortplanting van een plant
Vorm en functie van de aalscholver
Wat is acupunctuur?
Wat is een een SOA?
Wat is erfelijkheid?
Werking Alcohol
Zenuwstelsel
Ziek worden
Zwangerschap
onderbouw
bovenbouw
lesstof
1. Transport (B2)
2. Verbranding en ademhaling
3. De bloedsomloop
4. Transport
webquest
1. Bloedsomloop
2. Hartruis
3. Aderverkalking
4. Gevolgen van een hartinfarct
5. Bloedcellen
6. Bloedtransfusie
7. De rol van ijzer bij transport
kruiswoordpuzzel
1. De bloedsomloop
2. Verbranding en ademhaling
3. Transport
4. Transport (B2)
5. De bloedsomloop
6. Verbranding en ademhaling
7. De bloedsomloop
8. Verbranding en ademhaling
9. De bloedsomloop
10. De bloedsomloop
11. De bloedsomloop
12. De bloedsomloop
13. De bloedsomloop
gatentekst
1. Transport (B2)
2. Transport (B2)
3. Transport (B2)
4. Transport (B2)
meerkeuze
1. Verbranding en ademhaling
2. De bloedsomloop
3. Transport
4. Transport (B2)
5. De bloedsomloop
6. Transport (B2)
7. De bloedsomloop
inleiding | Bloedsomloop
© Wikipedia Commons
De onderwerpen van deze webquest zijn het hart, de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop. Het hart is het belangrijkste orgaan in het lichaam. Het zorgt ervoor dat het hele lichaam wordt voorzien van zuurstofrijk en voedselrijk bloed. Het hart zorgt er ook voor dat afvalstoffen worden getransporteerd naar de organen de deze stoffen uit het lichaam verwijderen. Het hart is een grote spier die (in tegenstelling tot andere spieren) altijd werkt en nooit vermoeid mag raken. Doordat het hart verschillende fasen heeft, gebeurt dat ook niet. Hier zal je later in deze opdracht achter komen. Het bloed in je lichaam kan zuurstofarm of zuurstofrijk zijn. Een volwassen mens heeft 5 à 6 liter bloed. Bloed bestaat voor 55 % uit bloedcellen en bloedplaatjes en voor 45 % uit bloedplasma. Bloedplasma bestaat voor 50 % uit water. In het water zitten veel opgeloste stoffen zoals: zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide en afvalstoffen. Het bloedplasma speelt ook een rol bij de bloedstolling.
Inhoud van het bloed
Het bloed bestaat grotendeels uit drie dingen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplasma.
Rode bloedcellen
zien eruit als kleine platte schijfjes met een deuk erin. Ze hebben geen celkern en vervoeren zuurstof. Ze hebben een rode kleurstof: hemoglobine. Hierdoor kan de cel makkelijk zuurstof opnemen en afgeven. De rode bloedcellen nemen zuurstof in de longen op en zetten het ergens anders in het lichaam af. Als je bloed niet genoeg hemoglobine bevat, heb je bloedarmoede. Je hebt dan vaak hoofdpijn en je bent voortdurend moe en duizelig. Mensen met bloedarmoede krijgen via voedsel niet genoeg ijzerzouten binnen. Per kubieke millimeter heb je 5 miljoen rode bloedcellen.
Witte bloedcellen
hebben geen vaste vorm. Ze vechten tegen ziekteverwekkers. Er zijn verschillende soorten. Sommige bestrijden bacteriën. De cellen sluiten de bacterie in en de bacterie gaat dood. Op dat moment gaat de cel meestal ook dood. De etter of pus uit een wond bestaat dus uit dode bacteri?´n en dode witte bloedcellen. Per kubieke millimeter bloed heb je 5000 witte bloedcellen. Dat is dus een stuk minder dan het aantal rode bloedcellen.
Bloedplaatjes
zijn geen cellen maar delen daarvan. Ze zorgen ervoor dat bloed stolt. Soms stolt bloed midden in een bloedvat. Dat is een bloedprop en wordt trombose genoemd. Per kubieke millimeter bloed heb je 300.000 bloedplaatjes.
© Museum NIST
Bloedstolling
Bloedplaatjes en bloedplasma zorgen voor stolling. In bloedplasma is ook fibrinogeen opgelost. Voor het stollen (bij verwonding) is het nodig dat een bloedvat stuk gaat. Dan komen deze stoffen uit de bloedplaatjes vrij. Onder invloed van deze stoffen wordt fibrinogeen omgezet in fibrine. Fibrine vormt een netwerk van draden op de wond. Tussen de draden blijven bloedcellen hangen. Zo ontstaat er een stolsel en de wond wordt afgesloten. Het korstje komt los als de wond genezen is.
Bloedgroepen
Bloedgroepen zijn ingedeeld naar de eigenschappen van de rode bloedcellen. Dit wordt erfelijk bepaald. Op de buitenwand van rode bloedcellen kunnen 2 verschillende antigenen voorkomen. Een antigeen is een lichaamsvreemde stof. De rode bloedcellen hebben antigeen a of b, antigen a en b, of geen van beide antigenen. Heb je geen van beide? Dan heb je bloedgroep O. Heb je antigeen a? Dan heb je bloedgroep a. Er staat ook nog een + of een - achter de bloedgroep, dat staat voor de Rhesusfactor.
datum: 21 jan 2021
contact:
jeroen maréchal
version: 1.0